Faalangst

Ervaringen uit de praktijk
Gitaar spelen

Jeroen is 18 jaar en zit in zijn eindexamenjaar. Op zijn school wordt elk jaar voor de examenkandidaten volgens traditie een talentenjacht georganiseerd. De winnaar wordt gekozen door een jury en krijgt een mooie prijs. Jeroen zit in een band en speelt gitaar. Met zijn band doen ze mee aan de talentenjacht.

Hij zal het optreden openen met een gitaarsolo, hij is dan als enige te horen en ieders aandacht zal op hem gericht zijn.  Zijn moeder weet dat je met homeopathie iets kunt doen aan faalangst en belt naar de praktijk. Hij heeft daar op dit moment zoveel last van dat zijn vingers blokkeren en hij gewoon echt niet kan spelen. Faalangst is iets waar Jeroen al vanaf jongs af aan last van heeft. Hij heeft vele malen niet mee kunnen doen aan examens en proefwerken omdat hij zo zenuwachtig is, dat hij moet overgeven en erge hoofdpijn heeft waarbij hij het gevoel heeft dat zijn hoofd uit elkaar spat. Ook diarree maakt dat hij zich dan zo beroerd voelt dat hij thuis moet blijven. Daardoor heeft hij 2e klas havo een keer over moeten doen. Verschillende faalangsttrainingen hebben hem niet kunnen helpen om eroverheen te komen. Ook toen hij klein was kon hij heel zenuwachtig zijn voor Sinterklaas of als ze naar een pretpark zouden gaan. Dan moest hij overgeven van de spanning. Bij verdere navraag blijkt dat Jeroen al vaker bij de huisarts komt vanwege ontstekingen in de maagwand.

Behoorlijk heftig dus die faalangst. Het blokkeert hem niet alleen met de examens, het tast ook nog eens zijn maagwand aan. Ik geef Jeroen een homeopathisch middel mee om de acute angsten de baas te worden voor de muziekwedstrijd. Daarbij adviseer ik om de behandeling daarna voort te zetten omdat de faalangst vanaf jonge leeftijd reeds hevig is en behoorlijk diep ingrijpt in zijn constitutie. Dat vraagt dan ook om een constitutionele behandeling. Hiervan zal hij veel profijt hebben in zijn verdere leven, waar nog wel veel meer beproevingen plaats zullen vinden.

Na tweeweken komt Jeroen terug in de praktijk. Met een glunderend gezicht vertelt hij dat hij met zijn band de eerste prijs heeft gewonnen. Hij had het medicijnflesje steeds bij zich gehouden en nam een dosis als hij voelde dat het hem teveel werd. Hij had geen diarree gehad of maagpijn. Wel was hij nerveus, maar dat is normaal en zelfs wel goed, een gezonde spanning. “Het rare is”, zegt hij, “dat ik dat hele erge zenuwachtige gevoel niet eens op kòn roepen”.

Over twee weken staan de eindexamens voor de deur. Jeroen is zich aan ‘t voorbereiden. Hij voelt zich  onzeker, bedenkt wat er allemaal fout kan gaan. Hij wil graag nog wat van hetzelfde medicijn wat hij ook met de muziekwedstrijd heeft gebruikt. Dit is overigens geen kalmeringsmiddel, waar je sloom of duf van wordt.  Hij krijgt het mee en ook dieper werkende middelen, die ervoor zorgen dat de ervaringen die hij op doet, hem zelfvertrouwen geven en doen behouden. Als hij daar voldoende van heeft opgebouwd zal hij het medicijn niet meer nodig hebben.