Hooikoorts in de dierentuin

Ervaringen uit de praktijk
Dierentuin

Wat een ramp kan het voor veel mensen zijn, dit seizoen van groei en bloei. Geteisterd door uiteenlopende klachten van niezen, tranende ogen, jeuk in ogen, oren, neus of keel… noem maar op. Het is voor veel mensen een jaarlijks terugkerende ellende. In plaats van lekker buiten zijn, zoeken ze de bescherming van binnenshuis. Genieten is er dan niet bij!

Dat gold ook voor die medewerker van de dierentuin. Hij werkte op dat moment op de kinderboerderij, compleet met hooi en gras… al die stoffen waar hij juist niet tegen kon! Hij blééf maar niezen en hoesten en proesten. Zijn collega’s zeiden tegen hem, dat hij naar de huisarts moest gaan, maar daar had hij geen zin in. Al jaren was hij ervoor behandeld met zware prednisonkuren per injectie… het had hem niets opgeleverd. Integendeel! Hij kreeg er vele chronische klachten bij. Zijn vrouw ging wel eens naar de homeopaat en ook hun dochter kwam er regelmatig. Dus trok hij aan de bel, hij werd er wanhopig van.

Gelukkig kun je met homeopathie ook bij hooikoorts veel goed doen, maar het neemt wel enige tijd. Eerst kun je de acute symptomen zo goed mogelijk behandelen met de daarvoor aangewezen middelen. Het is wel zaak om even de vinger aan de pols te houden, want soms wisselen die symptomen snel en moet ook het voorschrift gewijzigd worden. Belangrijk is wel, dat als het rustiger wordt, je de gelegenheid te baat neemt om ook verder constitutioneel te behandelen. Dat betekent dat je in een consult alle dingen op een rijtje zet, om zodoende goed inzicht te krijgen wat er zich allemaal heeft voorgedaan in iemands leven en bijvoorbeeld welke medicijnen er allemaal al gegeven zijn. Dat vergt veel tijd en aandacht, maar het is zeker de moeite waard! Als het goed is, zal de patiënt langzaam maar zeker steeds sterker worden, zodat de hooikoortsklachten ook zullen verminderen en later ook verdwijnen. Dat neemt wel tijd, het is niet zo één, twee drie over.

Met de dierentuinmedewerker sprak ik af, dat hij een aantal middelen frequent zou innemen en aan het eind van de middag even zou bellen hoe het ging. Dat gebeurde ook: ’s middags kon hij al melden dat het geweldig opgeknapt was, gelukkig! We zijn nu een paar jaren verder en hij heeft er steeds minder last van! De klachten beginnen later en zijn minder erg aanwezig. En hij is zeker niet meer ziek van de hooikoorts!

Dit artikel is geschreven door Ynette Mulder.