Angst voor vaccinaties

Kinderziektes
Vaccinaties

Vaccineren, een moeilijk punt. Adviezen vanuit overheid, GGD en consultatiebureaus zijn duidelijk, maar er is een keuze.


Laat u vooraf informeren voor dat u over gaat tot vaccineren.

Wanneer we over vaccinaties nadenken en ons afvragen of we onze kinderen wel of niet of maar beperkt laten vaccineren bekruipt ons een gevoel van angst. Angst om het welzijn van ons kind. Stel dat hij of zij toch… en wat dan? Maar is die angst reëel, en hoe kun je voor jezelf die angst helder krijgen, en daardoor een weloverwogen keuze maken. Daarnaast is het zo gewoon om te vaccineren dat het soms lastig is tegen de gevestigde orde in te gaan.

Waarvoor ben je bang?

Om angst het hoofd te kunnen bieden is allereerst nodig om inzicht te krijgen in wat die angst inhoud. De angst die je voelt met betrekking tot de ziekten is veelal gebaseerd op de complicaties die deze ziekten kunnen veroorzaken. Kennis is daarom erg belangrijk. Hoe is het verloop van de ziekte en hoe groot is de risicofactor op complicaties eigenlijk. Bijvoorbeeld bij de bof.

Risicofactoren bij de bof

  • 90% van de volwassen bevolking heeft immuniteit verworven, waarvan:
    • 1/3 deel van de kinderen de ziekte doormaakt zonder klachten te ervaren
    • 1/3 van de kinderen alleen griepachtige verschijnselen heeft
    • 1/3 van de kinderen de specifieke bof verschijnselen ontwikkelt

Kennis over de bof, wat is de bof nu eigenlijk?

De bof is een virale infectie van de oorspeekselklier. De ziekte gaat gepaard met een (meestal) eenzijdige zwelling van de oorspeekselklier, matige koorts, niet tot slecht willen eten en hangerigheid. De duur van de ziekte is ongeveer één week.

Mogelijke complicaties van de bof-infectie

  • Een meningitis met een mild verloop
  • Een éénzijdige ontsteking van de teelballen bij jongens/mannen ( nooit tweezijdig). Deze ontsteking van de teelbal komt incidenteel voor bij doormaken van de bof na de kindertijd en leidt zeer zelden tot onvruchtbaarheid. (deze informatie is ook te vinden bij het Rijks Voorlichtings Programma van het RIVM)

Vaccin tegen de bof

Het vaccin bestaat uit een verzwakt levend virus, met daarnaast allerlei hulpstoffen, zoals kippeneiwit en een antibioticum. Niet alleen het virus zelf maar ook de hulpstoffen hebben hun werking in het systeem. Het vaccin wordt meestal als een complex gegeven, d.w.z. samen met de mazelen en het rode hond vaccin. De vaccinatie geeft geen volledige dekking. Het vaccin wordt geïnjecteerd, is dus direct binnenin het lichaam, terwijl een normale besmetting via aanhoesten gaat en daarmee een langere weg aflegt.

Behandeling in geval van ziekte

Behandeling regulier: paracetamol.
Behandeling homeopathisch: naast rust en liefdevolle verzorging helpt een homeopathische ondersteuning uw kind om de ziekte het hoofd te bieden. De bof krijgt hierdoor een milder verloop en complicaties geen/minder kans.

Bedenk dat alle kinderziekten met griepachtige verschijnselen beginnen. Complicaties ontstaan pas wanneer de ziekte niet meer zijn normale verloop heeft. Angst is een slechte raadgever luidt het gezegde. Zo ook met vaccinaties.

Kennis over de ziekten geeft de mogelijkheid om zelf de afweging te maken of je wel, niet of slechts gedeeltelijk laat vaccineren.

Voor meer informatie:
www.nvkp.nl
www.rivm.nl