Over het gebruik van anticonceptie

Actueel
anti conceptie

In de 60-er jaren van de vorige eeuw is ‘de pil’ als anticonceptiemiddel voor de vrouw geïntroduceerd. Er waren veel voordelen verbonden aan het slikken van één pilletje per dag. Veel ongewenste zwangerschappen zijn voorkomen. Bijna evenzoveel abortussen of ‘gedwongen relaties’ waren het gevolg van deze ongewenste zwangerschappen. Er kan met een gerust hart worden gesteld dat het voorkomen van een ongewenste zwangerschap voor alle betrokkenen wenselijk is. Door het gebruik van de pil kreeg de vrouw zeggenschap over haar eigen vruchtbaarheid en verwierf zo een belangrijk stuk onafhankelijkheid. De keuzemogelijkheid voor kinderen of carrière of het tijdstip van zwanger worden kwam veel meer binnen handbereik. De betere beschermingsmogelijkheid tegen een zwangerschap brengt tevens een sterke toename van wisselende seksuele relaties te weeg. Als reactie nemen de SOA’s toe.

Synthetische hormonen

Ook voor het menselijk lichaam heeft het gebruik van synthetische hormonen soms grote gevolgen. De bijwerkingen van de pil worden door vrijwel iedere arts gebagatelliseerd en weggewuifd, zijn echter te classificeren van vervelend tot desastreus als je er het slachtoffer van wordt. Het hormoonsysteem ofwel het endocriene systeem maakt een belangrijk onderdeel uit van het menselijk lichaam en is sterk verbonden met ons emotionele en gevoelsleven. Hoewel alle hormoonklieren belangrijk zijn op hun eigen gebied wordt over het algemeen de hypofyse als hersenaanhangselklier, gezien als de koningin van de inwendige secretie. Het is de hypofyse die alle andere hormoonklieren aanstuurt. Als we ons in het kader van dit artikel beperken tot de geslachtshormonen kunnen we er het volgende over zeggen.

De vruchtbaarheid van de vrouw wordt bepaald door de eierstokken (ovariae) en de hypofyse. De hypofyse stimuleert de eicel of follikelrijping door het hormoon FSH. De eierstokken reageren op deze stimulatie met de rijping van het Graafs follikel. Door de toename van het vrouwelijke geslachtshormoon progesteron krijgt de hypofyse een prikkel waarop er een signaal komt dat de hormoonproductie voldoende is. Dit zogenaamde feedback mechanisme maakt dat de eierstokken onder supervisie blijven van de ‘koningin’. Er vindt een voortdurende onderlinge afstemming plaats tussen de hypofyse en de ovariae. Een nauwe samenwerking. Voor de emotionele ontwikkeling van het jonge meisje tot jonge vrouw speelt de hormonale ontwikkeling ook een grote rol.

En toen… was daar ‘de pil’.


Door het gebruik van de anticonceptiepil neemt de vrouw dagelijks een hoeveelheid synthetische hormonen tot zich. Afgezien van de problemen die zich kunnen voordoen in het neutraliseren van deze kunstmatige hormonen is het werkelijke probleem van een andere aard.

Door het innemen van de kunstmatige hormonen vind er een ‘loskoppeling’ plaats tussen de hypofyse en de ovariae. De eierstokken ‘luisteren’ niet meer naar de signalen van de hypofyse of, door de extra hormonen, wordt de eigen activiteit van de eierstokken onderdrukt of overschaduwd. Het feedback mechanisme bestaat vanaf dat moment niet meer. Deze verstoring bestaat veelal jarenlang. De anticonceptiepil wordt immers meestal gedurende meerdere jaren gebruikt. Vaak wordt er al met het gebruik begonnen op jonge en soms zeer jonge leeftijd om de menstruatie pijnen die zich voordoen te bestrijden. Wanneer een jong meisje al de pil gaat gebruiken groeit zij op onder de invloed van hormonen. Haar inwendige geslachtsorganen vormen zich onder de invloed van Organon Oss in plaats van de eigen hypofyse. Het bijhorende gevoels- en emotionele leven wordt eveneens ingrijpend beïnvloedt, het is echter moeilijk deze effecten nauwkeurig af te bakenen zonder van speculeren beticht te worden. Dat er een directe relatie is tussen de hormoonhuishouding en het gevoelsleven komt onder andere tot uitdrukking in de behoefte om te vrijen en de partnerkeuze maar ook bijvoorbeeld in het fenomeen PMS.

Ontregelde hormonen

Het ontregelen van de functie van de hypofyse door het gebruik van de pil blijft vervolgens meestal niet ‘ongestraft’. Het eenzijdig ontregelen van de hypofyse heeft ook gevolgen voor de andere hormoonklieren die door de hypofyse worden aangestuurd. Eén van de bijwerkingen van de pil is gewichtstoename. ‘Je kunt er dik van worden’. Deze gewichtstoename is niet verklaarbaar vanuit het gebruik van geslachtshormonen maar wel vanuit een ontregeling van de schildklier en/of de alvleesklier. Beide hormoonklieren die door de hypofyse worden aangestuurd. Een ontregelde hypofyse kan dus een ontregelde schilklier of alvleesklier tot gevolg hebben.

Sommige vrouwen zijn door het pilgebruik gevoeliger voor vaginale infecties. Deze ontstekingen zijn als zodanig niet verklaarbaar vanuit het gebruik van de geslachtshormonen maar wel vanuit een ontregeling van de bijnieren. De conclusie is dan ook gerechtvaardigd dat bij sommige vrouwen het pilgebruik de bijnieren in hun functioneren ontregeld. Een van de meest risicovolle bijwerkingen van de pil is het ontstaan van trombose ofwel een bloedprop in de bloedvaten. Deze bloedprop kan een acute dood veroorzaken. De bloedstolling wordt in hoge mate geregeld door de lever. Het gebruik van de pil kan dus kennelijk ook de lever van slag brengen. Hormoongebruik kan een pigmentatieverandering in de huid bewerkstelligen, denk bijvoorbeeld aan het fenomeen ‘zwangerschapsvlekken’.

Bijwerkingen

Een belangrijke bijwerking van het pilgebruik is het ‘vlak’ worden op gevoelsgebied. Veel vrouwen merken deze sluipende invloed pas op het moment van het staken van het pilgebruik. In de jaren 80 van de vorige eeuw was er sprake van een toename van depressies bij pas bevallen moeders. De moeder-kind binding raakte hierdoor vaak in ernstige mate verstoord. Het verschijnsel werd en wordt, hoewel het tegenwoordig minder frequent voorkomt, Post Natale Depressie ofwel PND genoemd. In de loop van de jaren 90 kwam het accent van de verstoring te liggen op het lichamelijk vlak door het verschijnsel ‘bekken instabiliteit’.

De klachten ten gevolge van hormonale instabiliteit drukten zich het eerst uit in het functionele en emotionele door de depressie. Later werden de klachten voornamelijk lichamelijk; bekkeninstabiliteit dus. In de hormonale behandeling van prostaatkanker bij mannen wordt de dusdanig behandelde man per direct impotent. Mannen kunnen kennelijk niet tegen het innemen van vrouwelijke geslachtshormonen of tegen het remmen van de mannelijke hormonen waardoor de vrouwelijke hormonen in de man de overhand krijgen, zodat men impotent wordt. Onlangs werd ook bekend dat de vruchtbaarheid van de Nederlandse man te wensen overlaat. Is het niet zo dat de huidige mannen die kinderen willen verwekken veelal geboren zijn uit vrouwen die indertijd pilgebruiksters waren?
Als de invloed van het DES hormoongebruik van Oma indertijd, zich over generaties doet gelden tot in de lichamelijke gesteldheid van haar kleinzonen, is het dan vreemd te veronderstellen dat de vruchtbaarheid van de Nederlandse man mogelijk negatief is beïnvloedt door het pilgebruik van zijn moeder?

Al met al een aantal argumenten om mee te wegen bij de anticonceptiekeuze.