Wereld dag tegen hondsdolheid

Blog
wereld dag tegen hondsdolheid

Hondsdolheid, het klinkt heel eng toch? Maar wat is het eigenlijk en hoe vaak komt dit voor?

Hondsdolheid is een infectieziekte die een hond, vleermuis, kat of vos bij zich kan hebben. Hij kan het overdragen door zijn speeksel. Dus door een beet, krab of lik. Echter bij een intacte huid is er geen besmetting, er moet dus wel een wond zijn. Het virus heeft dan via deze wond toegang tot het zenuwstelsel.

Een ander woord voor hondsdolheid is rabiës. Als mensen geïnfecteerd worden met het rabiës-virus is het bijna altijd dodelijk. Wereldwijd sterven er jaarlijks 70.000 mensen aan. Daarvan komt 80% uit Azië en Afrika. (Bron; Diergeneeskundigcentrum.nl)

Buitenland

In Nederland is de kans dus heel klein om dit op te lopen. In de afgelopen 40 jaar is het 5x voorgekomen dat iemand deze ziekte kreeg. En dan bleek bij alle 5, dat ze het in het buitenland hebben opgelopen.

In West-Europa wordt een minder besmettelijke variant van het rabiësvirus vaak in vleermuizen gevonden. Dit leidt zelden tot besmetting bij mensen.

In België is sinds 2001 geen rabiës meer voorgekomen bij honden en vossen, wel bij vleermuizen. Maar dit is een mildere variant, lijkt niet over te dragen te zijn naar mensen. Mensen kunnen elkaar niet met rabiës besmetten.

Bij dieren

Dieren die het virus bij zich hebben blijven niet in leven. De verschijnselen van rabiës zijn erg verschillend. Het beeld van agressie en onrust gaat lang niet altijd op. Symptomen als koorts, algehele malaise, spiertrillingen, krampen, overdreven reacties op fel licht of harde geluiden, kwijlen, verlammingsverschijnselen, coma en dood komen ook voor.

Pas als het dier symptomen laat zien, kan een dierenarts kijken of het virus terug te vinden is in het speeksel, hersenweefsel, hoornvlies van het oog en ruggenmergvocht. In het bloed zijn antistoffen te vinden.

Beet van een dier

Mensen die gebeten zijn hoeven niet gelijk klachten te ontwikkelen, daar kan best enige tijd tussen zitten. Bekend is dat het wel 20 tot 90 dagen kan duren voordat er klachten optreden. De klachten beginnen met rillingen, koorts, braken en hoofdpijn. Later komen er andere klachten, zoals kramp in spieren, stuipen, verlammingen, slikken wordt moeilijker, ademhalen lukt niet goed. De bemoeilijkte ademhaling leidt tot de dood. Sommige mensen worden bang voor water, hydrofobie, dat is wel een bijzonder symptoom.

Vaccinatie

De enige vorm van behandeling voor mensen, is om onmiddellijk na de blootstelling aan het besmette dier een reeks vaccinaties te geven en een behandeling met antistoffen te starten.

Preventief worden vaccinaties gegeven aan mensen die risico lopen om besmet te worden, zoals reizigers naar gebieden waar rabiës veel voorkomt of mensen die met vleermuizen werken. Een onbehandelde rabiës-besmetting is altijd dodelijk.

En wat we doen is alle honden katten, fretten die naar het buitenland gaan, inenten tegen rabiës. Dit is verplicht om 3 weken voor vertrek te doen. En is geldig voor 1-3 jaar (ligt aan welk vaccin is gebruikt). Bron; nvwa.nl

In Nederland komt rabiës niet voor, dus hoef je daarvoor ook geen dieren in te enten.

Wat kun je zelf doen?

Raak geen dode dieren aan. Let op kinderen. Streel geen dieren (bijv. apen), straatdieren of huisdieren. Kom je een dode vleermuis tegen, meldt deze bij de VWA (Voedsel en Waren Autoriteit). En krijg je een krab of beet, reinig dan onmiddellijk met water en zeep (15 min), ontsmet de wond zorgvuldig (Hypercall-tinctuur) en raadpleeg een arts voor verdere verzorging.

Rabiës is een melding plichtige ziekte. De arts zal het melden bij het RIVM. Het dier wordt opgespoord, gedood en onderzocht door het Nationaal Referentielaboratorium voor rabiës.