Syndroom van Down

Ervaringen uit de praktijk
Syndroom van Down

De eerste keer dat ik Sanne zie is ze tweeëneenhalf jaar oud. Een klein meisje met het Syndroom van Down óf zoals ik haar in gedachten noemde; een piepklein mongooltje… Ze is de helft van een tweeling. Haar zusje heeft dit syndroom niet en is een gezond meisje. Sanne ontroert me vanaf het begin. Een klein dapper meisje vol groene snottebellen en kortademig. Ze is op dat moment even groot als haar zusje. In ontwikkeling loopt ze achter. Dat kan ook niet anders want ze is veel ziek geweest.

Sanne komt met luchtweg klachten. Ze zit in een patroon van elk (na)jaar vanaf september verkouden, het gaat vast zitten, veel antibioticakuren door de winter heen, regelmatig longontstekingen en pas als het weer goed is knapt ze in mei, juni weer een beetje op. De ouders willen dit niet meer. Het komt Sanne niet ten goede, haar weerstand neemt eerder af dan toe.

Mijn manier van werken is volgens de richtlijnen in de ziekteclassificatie van Samuel Hahnemann. Hierbij worden alle symptomen geclassificeerd naar hun achterliggende ziekteoorzaak. Deze kan bijvoorbeeld van uit de erfelijke belasting zijn of kan te wijten zijn aan bijvoorbeeld de levensloop van de patiënt.

Sanne heeft heel veel antibiotica gehad. Ventolin, Bisolvon, een aantal keren narcose en een medicijn voor de schildklier. Moeder weet alleen niet of Sanne een placebo krijgt of werkelijke medicatie. Dit is i.v.m. een onderzoek naar schildklierproblemen bij kinderen met Down. Op dat moment, voor een kindje van 2,5 jaar dus al een behoorlijke medicijngebruik.

Sanne is een voldragen baby. Haar navelstreng was verkort. Ze woog 3200 gram bij de geboorte. Ze was slap en krachteloos direct na de geboorte. Ze had ook geen kracht om te drinken en vermagerde erg. Vanwege meerdere gaatjes in haar harttussenschot (AVSD) heeft ze na drie maanden een operatie moeten ondergaan. Haar linkerhartklep was nauwelijks aanwezig. Van het weefsel er omheen is een hartklep gemaakt. (linker AV-klep gecorrigeerd) Een jaar later opnieuw omdat er een hechting was losgelaten. Na deze dubbele hartoperatie gaat het wat dat betreft beter met Sanne. Ze had een klein beetje berg, een heel droge huid en rode wangen. Ze rochelde altijd. Haar eetlust is meer dan goed met een voorkeur voor zoet en chocola. Moeder moet daar een rem op zetten, Sanne lust alles! Ook drinkt ze veel.

Sanne kan geconcentreerd en al goed alleen spelen. Ze is zindelijk overdag. Ze slaapt goed, op haar buik of zij. Transpireert wel veel. Dit wordt regulier aan haar hartproblemen toegeschreven. Haar temperatuur is goed, maar ze kan het ook heel gauw koud krijgen. Ze kan wel goed tegen de warmte. Sanne is een vrolijk kindje die gemakkelijk contact maakt. Zorgzaam, goed gestemd, sociaal naar jongere kinderen, eigen willetje, wilskrachtig en soms koppig. Wanneer ze teveel prikkels krijgt maakt dat, dat ze zich terugtrekt en passief wordt. Ze heeft een korte borstkas en een bolle buik. Haar ontlasting is één keer per dag en goed. Haar neusamandelen zijn vanwege haar steeds terugkerende verkoudheid, vroeg verwijderd.

Als Sanne ziek is laat ze het volgende beeld zien:  Verkouden, groen/gele snottebellen. Een toegenomen rochel, weinig vitaliteit, slapjes, hangerig, rode wangen, schraal gezicht, op de grond liggen, ze is het liefst alleen, een brokkelige hoest waarbij ze brokjes slijm ophoest, dan slaapt ze met haar mond open, heeft ze koorts en het benauwd. Ze piept dan behoorlijk en alles zit vast. Ze geeft slijm over en een aantal keren heeft zo’n situatie de diagnose ‘longontsteking’ gekregen. Dit was een heftig steeds repeterend patroon, waarbij Sanne mede door het verkorte borstkasje het heel zwaar te verduren had.

Sanne was het eerste kindje met het Syndroom van Down dat ik mocht behandelen en ik vond mijn voorzichtigheid gerechtvaardigd. Sanne komt, met de homeopathische middelen, de eerste winter goed door. Ze is die hele winter niet ziek geweest. Ze is actief, goéd actief zegt moeder. De taalontwikkeling gaat met sprongen vooruit. Ze kan het de hele dag goed volhouden. Ze slaapt goed. Gaat naar de peuterspeelzaal en kent de liedjes snel uit haar hoofd. Ze vindt het leuk daar. Eind februari pakt ze iets op. Ze wordt verkouden, wat grieperig maar minder dan de rest van het gezin.

In de tussentijd vraag ik of haar moeder wil informeren bij hun kinderarts in Groningen of Sanne een placebo heeft gekregen voor de mogelijke schildklierproblematiek die deze kinderen kunnen gaan ontwikkelen of dat Sanne werkelijk al Thyrax kreeg. Gelukkig heeft Sanne steeds een placebo gehad. Bij onderzoek blijken de waarden in Sanne’s bloed prima te zijn.

In de zomer die volgt maakt Sanne meerdere sprongen. Ze groeit harder dan voorheen. Ze gaat voor het eerst naar school en doet veel indrukken op. De rochel is weg, ze is niet ziek geweest, haar cognitieve ontwikkeling maakt een sprong, ze kan goed meekomen. Ze transpireert niet meer  ’s nachts en slaapt goed door. Inmiddels zijn we een flink aantal jaren verder. Sanne heeft zich goed ontwikkeld. Ze zit in de 4e klas van de basisschool en kan goed mee komen. Ook sociaal gezien redt ze zich prima!

Haar, bij de geboorte geconstateerde hartafwijking wordt standaard elke twee jaar gecontroleerd. Haar hartkleppen sluiten niet helemaal goed, wat alleen nog maar erger kan worden naar mate ze groeit. De kleppen lekken en langzaam maar zeker lijkt Sanne toch energie te verliezen. Ze past zich bijna ‘creatief’ aan, aan haar eigen energie en mogelijkheden. Zo kruipt ze uit school achter de TV en is niet tot buiten spelen te bewegen terwijl ze dit vroeger heerlijk vond. Ze doet helemaal niets meer wat ook maar enige inspanning kost.

In het consult check ik bij moeder haar beeld over deze, zich  ontwikkelende passieve houding van Sanne. En we komen tot hetzelfde beeld, wellicht lekt de hartklep van Sanne meer dan we weten. Een vraag aan de kinderarts om iets eerder dan gepland een onderzoek te doen wordt afgewezen. De vorige keer was het nog redelijk goed vond hij, dan kan het nu niet zoveel slechter zijn dan te doen gebruikelijk… Volgens de planning zou Sanne eind van het volgend jaar pas voor een operatie in aanmerking kunnen komen.

Prima, dan gaan we homeopathische middelen inzetten om haar weer meer energie te geven. Gelukkig met succes! Het gaat dan weer veel beter met Sanne en aan het eind van dat jaar moet ze weer naar de kinderarts. Het onderzoek wijst dan uit, dat de lekkende hartklep zich voor 90% weer hersteld heeft. Iets wat regulier eigenlijk niet mogelijk is zonder een flinke operatie. Nog 10% te gaan en daar gaan we dan ook voor! De geplande operatie is helemaal niet meer nodig…

Sanne doet het goed, is nooit meer ziek. Komt de winters en zomers perfect door, zonder ook maar één verkoudheidje. Haar cognitieve en sociale ontwikkeling is heel goed te noemen.

Klassieke homeopathie is een zeer veilige geneeskunst zonder bijwerkingen. De klassiek homeopathische middelen geven het lichaam een seintje dat het zelf weer aan het werk mag gaan om de balans te herstellen. Ons zelfgenezend vermogen gaat met dát seintje aan de slag en herstelt dat wat mogelijk is. Bij veel mensen is er gelukkig heel veel mogelijk. Zo ook bij Sanne, die als een gehandicapt kindje op de wereld kwam. Klassieke homeopathie zorgt er voor dat alles wat in aanleg mogelijk is, tot ontwikkeling kan komen. Gelukkig ook bij Sanne! Sanne, ze doet het ontzettend goed!

Meer informatie:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Handicap_(medisch)

http://www.spreekbeurten.info/gehandicapt.html